Er is beslag in zicht, kan ik mijn spullen op een andere naam zetten?
Nee, daar is het te laat voor. Door spullen snel op een andere naam te zetten benadeel je andere schuldeisers en dat is verboden. Het is zelfs een strafbaar feit.
- Faillissement in zicht
- Wat mag wel?
- Wat kan wel, maar is niet netjes?
- Wat te doen als de schulden oplopen?
Faillissement in zicht
Het gaat niet goed met de VOF, er is een mogelijk faillissement in zicht. In een VOF zijn de vennoten persoonlijk aansprakelijk voor de schulden van de VOF. Dat geldt zeker bij een faillissement. Als de schulden niet worden betaald, kan de schuldeiser beslag leggen op het privébezit van een van de vennoten. Dat is geen prettig vooruitzicht. Het verhaalsrecht van de schuldeiser beperkt zich niet tot jouw zakelijke bezittingen. Sterker, iedere vennoot in de VOF is aansprakelijk voor 100% van de zakelijke schulden.
Veel mensen proberen dan nog snel hun spullen op iemand anders naam te krijgen. Vrienden, familie, er zijn altijd wel mensen die je vertrouwt en die tijdelijk jouw spullen willen bewaren. Maar dat mag niet. Sterker nog, het is een strafbaar feit. Daarmee benadeel je dan namelijk expres de schuldeisers en dat is niet toegestaan. Je zal het woord soms wel horen, het heet juridisch: “paulianeus handelen”.
Je kan dus niet zomaar je spullen doorschuiven naar een ander persoon. Ook niet als diegene in hetzelfde huis woont of familie is.
Wat mag wel?
Als je bij iemand in huis gaat wonen en jij hebt niet veel meer, dan kun je dat wel beschrijven. Dat kun je vastleggen bij de notaris in een verklaring: een vaststellingsovereenkomst inboedel. Zo is duidelijk bij een eventueel beslag dat de spullen in huis niet van jou zijn. Op die spullen kan dan ook geen beslag worden gelegd. Je kunt dat ook regelen met bijvoorbeeld een kostgeldovereenkomst. Daarin regel je dat je het gebruik hebt van de spullen in iemand anders huis. Ook dan staat vast dat die spullen niet jouw eigendom zijn. Dan mag er geen beslag op gelegd worden.
De notaris zal goed controleren of je wel de waarheid vastlegt. Want anders werkt de notaris mee aan een strafbaar feit en dat kan niet. De notaris kan dat bijvoorbeeld controleren aan de hand van aankoopbewijzen. Deze moet je dan wel in jouw bezit hebben.
Wat kan wel, maar is niet netjes?
Je spullen weggeven aan je kinderen of vrienden. Ook dat is in het zicht van een beslag of faillissement strafbaar. Het gaat dus niet op voor goederen die op jouw naam staan zoals een auto, motor of boot. Maar spullen waarvan niemand kan bewijzen dat je ze had kunnen natuurlijk wel weg gegeven worden. Dat gaat weer fout als dat nou juist de spullen zijn waar de vordering over gaat. Dus heb je een schuld voor de aankoop van een TV, dan moet die juist die niet weggeven. Het gaat ook fout als de deurwaarder al bewijs heeft dat je bepaalde spullen bezit.
Voorbeeld
Ahmed en Geert hebben een VOF. Ahmed heeft een busje op zijn naam staan dat in de VOF wordt gebruikt. Geert bezit niet veel, behalve een huurwoning en wat spullen van de VOF. De zaak gaat niet goed en dreigt failliet te gaan. Ahmed besluit de bus over te zetten op naam van zijn zoon.
Na het faillissement komt er een curator. Die draait het op naam zetten van het busje terug. Bovendien doet hij aangifte van faillissementsfraude.
Dat kan omdat dit soort acties absoluut niet zijn toegestaan. Je benadeelt bewust de schuldeisers.
Wat te doen als de schulden oplopen?
Het beste dat je als ondernemer kunt doen is niet je kop in het zand steken. Ga actief aan de slag met de schulden. Een schuldeiser heeft niets aan een faillissement. Dan gaan de banken en de Belastingdienst namelijk voor bij het uitbetalen. Zij ontvangen het meeste. Wees open en eerlijk en probeer afbetalingsregelingen op te stellen, of soms een gedeeltelijke kwijtschelding. Bedenk dat het voor de schuldeiser nog altijd beter is om zeker € 500 te ontvangen dan om € 1.000 te verliezen in een faillissement.
Het is heel belangrijk om direct contact op te nemen met belangrijke partijen. Bijvoorbeeld neem contact op met de Belastingdienst en meldt dat dat je niet kunt betalen. Dat noem je “betalingsonmacht”. Ook hier zijn dan bepaalde regelingen voor betaling in termijnen.